Hoe kunnen we een wandeling in een van onze favoriete delen van het eiland overslaan? Niet! De hamvraag is of het die bewuste zondagmiddag ook droog blijft. De voorspellingen zijn nogal nattig. Aan de ene kant zijn we buitengewoon blij met een dagje regen maar voor een wandeling is dat knap waardeloos. Het is eind oktober en er is een groepje van zeven Afrodites gearriveerd voor de olijf-pluk-weken en dan hebben we het ook graag een beetje droog. Maandag is de eerste olijf-pluk-dag. Het blijkt zondag redelijk weer te zijn, wij gaan wandelen en wat zo leuk is: vijf olijf-pluk-dames gaan mee en twee luxe olijf-pluk-Afrodites blijven thuis. Vanwege de regen. Een drupje hier en daar, want dat is het uiteindelijk, noemen wij geen regen. Met een paraplu, ook handig als wandelstok, vertrekken we in colonne naar Paleopolis (een gebied voor het dorpje Alvemonas).
We zijn niet de eersten en het is al gezellig druk bij het verzamelpunt, taverna Skandeia. Iedereen is er op uitnodiging van de ‘Friends of Museums of Kythira’ voor de laatste expeditie van dit jaar. Het wordt drukker en drukker en de laatste regendrupjes vallen uit het dikke wolkenpak, tijd om te gaan. We volgen maar weer eens gids Alekos die het een en ander zal vertellen over wat we onderweg tegenkomen.
In antieke tijden had Paleopolis de naam Skandia. Archeologische vondsten, zoals aardewerk en stenen werktuigen tonen aan dat dit gebied, en andere delen van het eiland, al in 5000 v.Chr. bewoond was. Rond 25oo vChr gebruikten de Minoërs de haven van Skandia als handelspost. De Minoïsche beschaving was gezeteld op Kreta en het buureilandje Kythira was een ideaal tussenstapje, het zuiden van de Peloponessos was zo eenvoudig te bereiken.
Op de hoogste berg in de omgeving van Paleopolis, Ajios Georgios (sto Vouno), zijn veel bronzen beeldjes, keramiek en andere gebruiksvoorwerpen gevonden die gebruikt werden voor religeuze doeleinden. In het Archeologisch Museum in Chora vind je veel terug van al deze oude schatten.
Met z’n allen wandelen we eerst naar de graven gelegen achter het lange strand van Paleopolis. Er staan wat aanwijsbordjes met de naam Asprogas, mocht je dit willen bezoeken. De graven en grafkamers zijn van ca 1600 vChr zo vertelt Alekos, ze zijn uitgehouwen in de rotsen. Je kunt er zo inlopen, heel indrukwekkend en een beetje benauwend. We wandelen hoger en hoger en vinden nog meer grafkamers, het hele gebied zit er vol mee. We leren iets nieuws! En dan ineens sta ik voor een uitgehouwen stuk rots. Zo uitnodigend, ik ga meteen zitten op dit ‘stoeltje’. Verdorie dit is ‘de troon van Afrodite‘, bedenk ik me ineens. Het strand van Paleopolis ligt ca 20 meter onder mij, met rechts de indrukwekkende rotspartij: ‘De Gezichten’ zoals ik ze noem. Men zegt dat de rotspartij de muren van het oude Skandia, een Minoïsche havenstad, zijn. Als we in de zomer tijd hebben kanoën wij er altijd wel een keertje, en zeker dóór De Poort van Afrodite. Zwemmend is dat zelfs ook te doen maar niet als je claustrofobisch bent.
Als we uiteindelijk óp de oude muren van Skandia staan, en ik de vallei in me opneem zie ik duidelijk de berg van Paleokastro (=het oude fort). Dit was zo’n 2000 jaar vChr de welvarende hoofdstad van Kythira. Na de Minoïsche beschaving, grotendeels verloren gegaan door oorlogen en natuurampen, kwam Kythira onder invloed van de Myceense beschaving. Een relatief korte periode. De Feniciërs namen het over en met hun verering van Afrodite zou er een tempel op de berg Paleokastro hebben gestaan ter ere van haar. Concrete bewijzen zijn hier nooit voor gevonden, vandaar dat je in het Archeologisch museum geen informatie terug vindt over Afrodite. Historie, mythologie en volksverhalen vormen een interessante mix van feiten en legende’s. De oude stadsmuren liggen onder zand en stenen en nog meer planten en struiken. Een paar jaar geleden waren hier nog archeologische opgravingen helaas is vanwege de crisis alles stilgelegd. De realiteit is dat de archeologen, allen in dienst van de Griekse overheid, zijn ontslagen.
Het is geen lange wandeling maar wel indrukwekkend zeker met die grote groep eilanders. Na afloop vertrekt een deel. wij blijven met een aantal zitten voor een hapje en een drankje. Ondertussen realiseren we ons dat we nog steeds buiten zitten onder de waterdichte pergola van taverna Skandia. Het is al donker buiten, bijna november en we prijzen ons gelukkig met al die fijne mensen om ons heen. We hebben genoten van het wandelingetje en zijn weer een stukje geschiedenis wijzer over het eiland.
Anita