De geur van geplukte olijven.
De geur van de olijfpers.
Een geur die niet te omschrijven is. Groen en grond en natuur en een bittertje, je moet er bij zijn om het te begrijpen. Net zoals bij de olijfpers zelf. De pick-up’s, 4 WD en vrachtauto’s, gevuld met vele zakken olijven, rijden af en aan. Mannen met gebruinde gezichten, van het dagenlang plukken, die goed in de gaten houden wat er met hun olijven wordt gedaan. De plakkerige vloer van de gemorste versie olie en weggerolde en fijngetrapte olijfjes. De stapels blikken en vaten, lege en gevulde met verse olijfolie. Daar staan wij tussen met 190 kilo olijfolie, opgestapeld in koffiezakken in ons witte Opel Agila. Met verwilderde blonde haren en gebruinde gezichten van het dagenlang buiten werken. We hebben veel te bekijken in zo’n fabriekje (er zijn er meerdere op Kythira) en wij hebben ook veel bekijks. Ze vinden het prachtig van die ‘xenia’. De eerste pluk van 6 dagen levert ons 39 liter (ochi, KILA) olijfolie op. We staan 12% af aan de fabriek ter betaling van de kosten van de pers. Na een week regen en wind en af en toe een zonnige dag zijn we begonnen aan nog eens 5 dagen plukken.. De olijven waren dikker en mooier, door de regen zeggen de Grieken, dus dat zal vast meer olie opleveren. Bij het wegen hadden we 160 kilo, verdikkie minder dan de eerste keer. En de olie was maar 30 liter maar wel poli kala(volgens de jongens van de fabriek, de slijmballen). En waar komen wij vandaan? Spanje? En wat doen wij op Kythira? Wat doen wij voor de kost? Of we binnenkort nog eens komen met olijven. Een van de jongens was in oktober vijf dagen in Amsterdam geweest met vrienden. Ze hadden gefietst en natuurlijk veel gerookt (de Nederlandse specialiteit?!) en zelfs nog een paddenstoel geprobeerd. Je bent jong en je wilt wat. Genoten dat hij had, zo mooi dat Amsterdam. En hij had nog een vraag: “of je met drank in het openbaar over straat mag lopen en tegelijk drinken?” Een dergelijke vraag is best lastig te beantwoorden. We stonden ook maar wat te ehh… tja… Albert en ik elkaar aankijken: weet jij hoe dit zit? Weten we gewoon niet.
Wat we wel weten is dat wij inmiddels verslaafd zijn aan het olijvenplukken. De boom vol zwarte olijven proberen te ”killen” is een hobby geworden. Gedachten op nul, de benen goed op de grond of in de boom plaatsen voor de juiste balans en daar wordt weer een boom verlost van zijn vruchtjes. En die boom vindt al dat geroskam heerlijk, daar ben ik van overtuigd. Met een grove kam langs de takken glijden en daarbij zoveel mogelijk olijven in een keer er proberen af trekken. Samen met blad en dode takjes. Grote takken worden gesnoeid en je voelt de boom weer adem halen. De winterslaap kan beginnen. De ene boom is ook de andere niet. Er zijn echte klimbomen met van die hele grote zijtakken. Het klauteren en klimmen in die boom maakt je 30 jaar jonger (in gedachten weliswaar) even weer kind zijn. Dat je er wel eens uitvalt kan ook gebeuren, ervaringsdeskundige alhier, dan slaat de vermoeidheid toe. Op tijd een tak grijpen en dan val je in slow motion twee meter lager op de grond. Even schudden met het koppie en hup die boom weer in want die olijven, die moeten eruit. De wat jongere bomen zijn weer fijn omdat het plukken snel gaat, minder takken, de netten hoef je niet steeds te verleggen en ze hebben ‘’gladde takken’’. Tegenwoordig zijn er ook elektrische kammen voor het plukken. Dat gaat snel, heel snel, alleen de olijven spatten meters ver weg. En sommigen beweren dat het niet goed is voor de bomen. Veel netten heb je dan nodig en op schuine hellingen is het nog lastiger. Wij doen lekker ouderwets omdat het klauteren zo fijn is en met het zonnetje erbij is het zo ontspannen. Kan geen anti-stress therapie tegenop. Boomgaarden genoeg hier, dus wie denkt: dat wil ik eens proberen? Je bent van harte welkom.
Albert&Anita
NB: vind je het leuk om te weten hoe wij de olijvenpluk hebben ‘ontdekt’? Het was heel spontaan en gebeurde in de eerste maand dat wij op het eiland in Manitochori woonden. Lees hier het vervolg…
2 gedachten over “De olijvenpluk in 2008”