De herder maant ons te stoppen. Hij vraagt wat we daar aan het doen waren op dat boerenweggetje? We hadden hem een uur daarvoor al gespot in zijn witte auto zonder nummerbord én helemaal links van de ‘hoofdweg’ stapvoets rijdend, ondertussen speurend naar zijn geitenkudde.
Het is een bitterkoude februari dag met harde wind. Die geiten zijn natuurlijk ergens aan het schuilen in een behaaglijk en beschut bosje. Net zoals wij de auto niet uitkomen om een wandelingetje te maken en de herder zijn kudde zoekt ín zijn auto. Zó koud is het.
In onze warme auto hobbelen we over zanderige weggetjes naar gigantisch grote en hele oude grotten die we altijd vanaf een grote afstand zien maar waar we nog nooit zijn geweest. De meeste grotten zijn afgerasterd en we zien dat er diverse dierenhokken naast zijn gebouwd. Leeg. Geen geiten en geen schapen. Even verderop ontdekken we een grot met een kippen kolonie en een heleboel pauwen. Die zo snel als ze kunnen, en dat is niet zo snel, op de loop gaan zodra ze ons horen, zien en/of ruiken.
We draaien ons raampje verder open en vertellen de herder dat we een toertje maken in de auto omdat het te koud is om te wandelen. Hij staat nu iets dichterbij de auto en legt uit dat er in de vallei veel dieren zijn en hij dacht heel eventjes dat wij een paar dieven waren. Er komt geen gemekker of gekakel uit onze de auto dus hij gelooft wel dat we alleen maar even aan het gluren waren en verder niets.
Het is niet alleen bitterkoud, het waait ook nog eens stevig. Dat was de week ervoor wel anders. Een mild winterweertje met nauwelijks wind. Ideaal om de olijfboomgaarden op te ruimen. Het brandhout scheiden van het snoeiafval en ondertussen het snoeiafval verbranden. Dat ging goed totdat ik ineens een witte flits naast mijn hoofd zag. Wat was dat? Toen rook ik het al. Oei mijn haar! Ik ben direct naar huis gereden om de schade te bekijken. De schaar kwam er nog aan te pas, om een ‘kale hoek’ van 5 cm weer een beetje op te kalevateren. Gelukt! Niemand die het ziet met die wind maar zonde is het wel en de volgende keer toch maar weer een haarband in ipv een haarknip.
Vanwege de vele windloze winterweken lijkt het alsof er meer vogeltjes om ons huis vliegen dan anders. Lang niet zo veel als in de tuin van mijn ouders in Nederland maar het is toch een vrolijk getjirp en gefluit elke dag. En zowaar ontdek ik zelfs rolletjes vogelvoer in een Kytheriaans winkeltje. Zo houden mijn ouders hun tuin ook levendig, veel lekkere vogelhapjes hangen bij hen aan de kale boomtakken. Ik neem een pakje met de vogelzaadrolletjes mee. Het is weliswaar zangzaad voor kanaries in een kooitje maar dit zal toch ook werken voor wilde vogeltjes. Zeker gedurende deze koude dagen hebben ze toch wat extra’s nodig. Ik zoek een plekje op in de nu kale vijgenboom. Lekker hoog zodat de katten er niet bij kunnen. De volgende dag ga ik meteen kijken of er aan de rolletjes is gepikt. Helaas niets. Maar dan ook letterlijk niets! De rolletjes zijn helemaal weg, inclusief het speciale haakje waaraan ik ze heb opgehangen. Er ligt zelfs niet één vogelzaadje op de grond. Nou ja, welke diefjes zijn hier geweest? De herder?
Tot de volgende krabbels!
Anita
Nou nou, die koude hebben jullie toch gekend daar in het hoge noorden van Nederland? Jullie zijn al echte Griekse watjes geworden! :-))
En dat gepikte vogelvoer, daar zitten de eksters of de kraaien voor iets achter denk ik. Hier in ons tuintje sleuren de eksters zelfs halve met vet en zaadjes gevulde kokosnoten mee.
Toch maar opletten met die mooie blonde lokken, Anita mou!
Kusjes
xxx
Kristoula mou, je slaat de spijker op z’n kop, Griekse watjes zijn we hahaha…maar niet van suiker. Gisteren 3x een hagelbui op onze koppies gekregen. Er stopte zelfs een auto voor eventuele nift…nee hoor, niet nodig! Riepen wij in koor.
Ik hoop van harte dat de kraaien er met de zaadjes vandoor zijn gegaan, er vliegt al jaren een koppeltje rond ons guesthouse dus ach…sneu voor de kleinere fladderaars maar het is niet anders. Tot over een paar maandjes…knuffels XX